Een week wonen in De Tabakshof
Ik neem jullie als dochter graag mee in mijn beleving van een week wonen op De Tabakshof. Mijn vader heeft bijna vier jaar in De Tabakshof gewoond. Eind december ‘23 kreeg mijn vader COVID met een aantal dagen hoge koorts. Hier is hij weliswaar op 96 jarige leeftijd toch nog van opgeknapt alhoewel hij erg verzwakt was geraakt. Hij at maar weinig en sliep veel.
Uiteindelijk had ik in februari 2024 contact met één van de medewerkers van De Tabakshof. Zij gaf ook aan dat het minder goed ging met mijn vader en door de regels heen las ik dat het beter was dat ik naar hem toe ging. Wij zijn onmiddellijk in de auto gestapt en bij aankomst waren we blij dat we dit seintje hadden ontvangen. Ik heb besloten in De Tabakshof bij mijn vader te blijven.
De medewerkers gaven aan dat ik kon blijven slapen en dat er een waakbed op de kamer van mijn vader zou worden gezet. Ik stelde nog voor om lekker in de wellnessruimte te gaan slapen (Helaas…mislukt 😉) maar een bed op de kamer was nog beter.
Maar ja…geen spullen bij me en maar één auto. Dus besloten we om heen en weer te rijden en spullen op te halen om te kunnen blijven logeren. En zo begon op zondagavond mijn weekje Tabakshof en kwam ik in een gespreid bedje.
Diezelfde avond heb ik lekker meegegeten met de bewoners en ben ik veel bij mijn vader op de kamer geweest. Hij had niet echt meer door dat ik er was maar je weet ‘t nooit…
Iedere avond dronk ik met een bewoner een heerlijk biertje en ook mevrouw A. nam dan een portje. Op een avond legde één van de bewoners (heer B.) uit waarom we niet bang hoeven te zijn voor de dood: “Je doet er toch niks aan en het overkomt je. En je weet helemaal niet of het eng is dus waarom zou je je er dan druk of bang om maken?” Mevrouw A. was nog niet helemaal overtuigd.
Zo langzaamaan gingen de meeste bewoners naar bed. Ik had intussen kennisgemaakt met de nachtzuster en afgesproken dat ze uiteraard gewoon op de kamer kon komen kijken bij mijn vader terwijl ik daar sliep. Ik haalde het nog in m’n hoofd om te vragen of zij ook ging slapen als iedereen slaapt…….. niets is minder waar. Zo’n nachtzuster heeft het gewoon druk! Er zijn veel bewoners die nogal eens (bijvoorbeeld elk kwartier) hun bed uitkomen, daarnaast strijkt zij de was en maakt ze de dienstroosters. Een aantal keer kwam de nachtzuster bij mijn vader kijken en middenin de nacht hebben we heerlijk samen op mijn bed een poosje zitten kletsen.
’s Morgens rond half zeven begint het leven weer in De Tabakshof. Collega’s komen binnen. Het verloop van de nacht wordt doorgenomen en de taken worden verdeeld. Dit alles onder het genot van een heerlijk kopje koffie. Bewoners komen weer tevoorschijn en dan aan de slag. Ook ik. Omdat het internet op de kamer van mijn vader goed is kon ik daar de hele week prima werken en toch bij mijn vader zijn. Mijn vader lag rustig in bed en ik kon aan de tafel mijn werk doen. Tussen alle afspraken door liep ik af en toe even naar de keuken voor wat gezelligheid met de bewoners en de medewerkers. Er is altijd wel iemand die aandacht vraagt of nodig heeft dus een helpende hand bieden is dan fijn.
Als je in De Tabakshof ‘woont’ zoals ik tijdelijk deed, hoor je er helemaal bij. Er kwam zelfs
’s middags rond een uur of drie een van de medewerkers een heerlijke fruithap brengen. Hoe lief is dat? Dit ging gepaard met de woorden: “Je slaapt hier nu, je woont hier en dus doe je ook mee met alles wat de bewoners krijgen.” Ik kan je vertellen dat ik zelfs de liefdevolle zorg van hen ontving.
Je leert zo wel hoe het reilen en zeilen in De Tabakshof verloopt. Na het ontbijt (iedereen kan aansluiten op de tijd dat hij of zij er klaar voor is, gewassen en aangekleed) wordt er rond 10 uur gezellig in het atelier koffie gedronken en iets van een activiteit gedaan. Dit varieert van muziek maken, muziek luisteren, met de tovertafel werken, iets knutselen of een sportieve activiteit zoals ballon gooien, hockey met grote zachte bal, biljarten, etc.
Ondertussen gebeurt er uiteraard ook nog van alles naast de verzorging van en aandacht voor de bewoners. De afdeling communicatie komt langs voor een folder. De psycholoog komt observeren en afstemmen hoe het gaat met de bewoner en biedt handvatten in benadering. De bestellingen voor de boodschappen worden gedaan. De kamers en ruimtes worden schoongemaakt. De was wordt gedaan. En de rapportages worden opgesteld.
Tussen de middag wordt er gezamenlijk brood gegeten. Voor de bewoners die niet in staat zijn zelf te eten wordt er in de keuken gegeten met behulp van de medewerkers. Voor de bewoners die zelfstandig eten is er een aparte eetkamer waar ze samen eten en praten met een van de medewerkers. Voor bewoners die graag op hun kamer blijven is er ook aandacht, ook zij worden niet vergeten.
Halverwege de middag is er een thee en koffierondje met uiteraard altijd ‘iets bij de koffie/thee’. Dit wordt op de kamer van de bewoner gebracht of in de kamer/keuken gedronken met de bewoners die daar zitten.
De hele dag kunnen bewoners doen waar ze zin in hebben. In de tuin zitten, spelletje of boodschapje doen met een van de medewerkers doen, lekker samen buiten wandelen of fietsen op de duofiets. Dit is allemaal mogelijk door de 160% extra bezetting. Bewoners kunnen schilderen (voor een kunstenaar die altijd geschilderd heeft staan de hele dag zijn schilderspullen klaar om er zo aan te kunnen beginnen). Ook kunnen ze lekker in de wellnessruimte op het waterbed liggen. Alles kan.
Na de thee worden de voorbereidingen voor de warme maaltijd gestart. Enkele bewoners helpen mee met aardappelschillen of groente klaarmaken. De medewerkers koken zelf. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen en de behoeften van iedere bewoner en de manier hoe hij/zij gewend is om te eten. Op het menubord staat wat er die dag gegeten wordt.
Na de maaltijd wordt er koffie gedronken in de woonkeuken of in de woonkamer waar de tv aanstaat. Of er wordt een spelletje gedaan of nog iets geknutseld. Daarna worden de bewoners op zijn/haar eigen tijd naar bed geholpen. Heeft iemand nog geen zin dan helpt de nachtdienst diegene naar bed.
Niets is te veel gevraagd! Iedereen krijgt een antwoord, ook als een bewoner elke paar minuten vraagt wat het volgende agendapunt is, hoe laat er weer iets moet gebeuren of als een bewoner telkens weer vraagt waar haar fiets staat. Het maakt niet uit. Je wordt serieus genomen.
Als een bewoner een ‘ongelukje’ heeft dan wordt de bewoner zo snel mogelijk met hulp van de medewerkers weer lekker opgefrist. Het werk wordt direct neergelegd om de bewoner weer comfort te bieden. Dit wil je toch? De folders staan er vol van: liefdevolle zorg en aandacht… maar in De Tabakshof maken ze dit echt waar!!
Met mijn vader ging het in de tussentijd achteruit. We hadden besloten alleen voor comfort te gaan en geen levensverlengende middelen meer toe te dienen. Mijn vader werd behoorlijk onrustig en een medewerker besloot dat dit geen comfort was. De huisarts werd gebeld en er werd gestart met palliatieve sedatie. Ook was er een medewerker die rustgevende massage kon geven. Dit heeft ze gedaan en je zag mijn vader rustiger worden. Helaas bleek de medicatie een tegengestelde werking te hebben; de onrust werd groter. Opnieuw werd de Huisartsenpost gebeld en werd er besloten naast het slaapmiddel ook morfine te geven en er werd een plan opgesteld. Gelukkig werd mijn vader rustiger en raakte hij in een diepere slaap. Aan het einde van de week is mijn vader rustig ingeslapen met mij en een paar liefdevolle medewerkers om hem heen.
Ook nu, na het overlijden van mijn vader, werd ik niet vergeten. Iedereen was lief voor me en zeer betrokken hoe het met mij ging. Wat een fantastische mooie en dierbare week.
En hoe bijzonder… op de dag van de begrafenis waren er heel veel medewerkers bij de uitgeleide uit het huis maar ook bij de afscheidsdienst én er werd zelfs door twee medewerkers van de Tabakshof een toespraak gehouden en een gedicht voorgelezen. We kregen veel reacties van onze vrienden en familie die dit nog nooit hadden meegemaakt…..
Heleen Gerwig