Make-over in de wijk
Marianne en Trees na de make-over
Trees Keet, casemanager bij QuaRijn, komt nu een jaar bij Marianne (65) thuis.
Trees: “Marianne heeft altijd zoveel levenslust en ik vermoedde dat zij de metamorfose heel leuk zou vinden. En dat bleek zo te zijn! Marianne is altijd erg eerlijk en positief. We hebben een klik en kunnen overal over praten. Ik probeer goed te luisteren en haar houvast te bieden. Dit kunnen hele intieme gesprekken zijn, maar we hebben ook hetzelfde gevoel voor humor en lachen veel samen. Het is bijzonder dat we allebei een zorgachtergrond hebben.”
Vroeger
Marianne: “Ik kom uit Amsterdam en woonde in de binnenstad. Mijn ouders waren officier bij het Leger des Heils. Majoor Bosshardt was een vriendin van mijn moeder. Ik ging weleens met haar mee de wallen op. Zo kwam ik dan overal terecht. We hielpen vooral daklozen. Mijn ouders liepen dan in een uniform. Iedere twee jaar moesten we verhuizen, zodat mijn ouders zich niet zouden hechten aan de gemeente. Zo kon je dan professioneel werken. Dat is een apart leven geweest. Ik heb als kind weinig echte vrienden kunnen maken. Later ben ik getrouwd en we kregen twee dochters. Uiteindelijk zijn we gescheiden.
Nu ben ik oma en dat vind ik fantastisch! Zij zijn mijn trots. Ik heb mijn kinderen en heel veel warmte om mij heen. Ik denk dat ik wel bof.”
Ziekte
Marianne: “Ja en toen kwam deze ziekte. Ik werkte als verpleegkundige op de endoscopieafdeling in Arnhem. En toen kreeg ik een enorme burn-out door het lichttekort. Ook de coronaperiode vond ik erg eenzaam en zwaar. Gelukkig kan ik nu weer naar de sauna en de sportschool. Mijn leven wordt op dit moment beheerst door de alzheimer. Het is lastig om het van me af te schudden. Het geeft mijn ego zo’n knal. Ik denk ook niet dat ik nog een vriend krijg, want wie wil dat nou? Ik heb nog altijd sjans, maar dan denk ik: ‘je moest eens weten’. Ik ga niet daten met alzheimer. De ziekte ontneemt me ook mijn zelfvertrouwen. Ik babbel wel, maar het is een eenzame ziekte. Ik ben heel erg op mezelf teruggeworpen. Mijn toekomst wordt bepaald door achteruitgang. Maar ik heb nog steeds veel vertrouwen in wat ik nog zelf kan. Ik let ook veel op mijn voeding.”
Mode
Marianne: “Ik ben heel verzorgd. Ik draag altijd een lipstiftje en doe oorbellen in. Ook kleed ik me graag leuk aan. Ik ben wel een ijdeltuit, maar op een leuke manier. Ik zorg altijd dat ik er goed uitzie en zou nooit zomaar de deur uitgaan. Vroeger heb ik allerlei haarstijlen gehad. Ik was een hippie met van die rafeljasjes en hoge schoenen. Dan liep ik de rommelmarkten af.”
Trees: “Ik heb niet specifiek iets met mode, want ik ben veel te lang om de mode te volgen. Ik ga ook altijd voor mijn kleding naar een speciaalzaak. En ook iedere twee maanden naar de schoonheidsspecialiste. Fijn om lekker gepamperd te worden en mooi te worden opgemaakt. Dat doe ik graag. Ik ga ook regelmatig naar de kapper. In het verleden heb ik verschillende haarkleuren uitgeprobeerd, maar een jaar geleden ben ik weer teruggegaan naar deze kleur.”
Kunst
Marianne: “Ik schilder nog steeds. Nu wel kleiner werk, want dat kan ik beter behappen. Ook heb ik altijd veel gefotografeerd en ik had een eigen doka in Veenendaal. Ik was aangesloten bij een kunstenaarsatelier en ik heb ook geëxposeerd. Daarnaast heb ik in musicals gespeeld, dat was mijn lust en mijn leven. Na een optreden herkende ik mijn kinderen niet eens meer, want dan was ik zo in beslag genomen door de voorstelling.
Het is een hele rare gewaarwording dat het door mijn ziekte anders gaat met het schilderen. De ‘schwung’ is weg. Dan denk ik: hoe heb ik heb ik het ooit allemaal kunnen doen?”
Trees: “Ik ben blij dat ik er als casemanager kan zijn voor mensen, een steuntje in de rug kan bieden. Dat we een mooi gesprek hebben gehad en dat ik een aantal tips heb kunnen geven. Het zit hem in de kleine dingen.”
Eindresultaat
Trees: “Heel anders. Heel mooi! Meestal heb ik grijsblauwe make-up en nu zijn het heel ander tinten. Fijn dat mijn haar een beetje losjes zit.
Marianne: “Dat moet je vaker doen Trees, mooie vrouw hoor!”
Marianne: “Ze heeft het heel goed gedaan, een beetje zoals ik het ook altijd doe. Het haalt mijn ogen echt naar voren. Ik vond het erg gezellig! Zulke dingen vind ik leuk om te doen.
Zo samen. Heel fijn!”