We starten om 7:15 met de overdracht van de nachtdienst. Van de collega’s uit de nachtdienst hoor ik dat Mevrouw A. opnieuw is opgenomen bij ons op de revalidatieafdeling. Mevrouw was tijdens mijn eerdere avonddienst met spoed naar het ziekenhuis vervoerd met een ruiterembolie. In het ziekenhuis kreeg zij hier een CVA (beroerte) bovenop. Mijn collega’s uit de nachtdienst vertellen me dat Mevrouw A. aan haar gehele linkerzijde verlamd is, aan de sondevoeding zit en niet kan praten. Ik schrik hier erg van.
Toch nog één keer proberen
Ik arriveer bij kamer 13. Meneer M. zegt niet meer te willen revalideren, omdat het toch geen zin meer heeft. Ik ga met hem in gesprek: ‘Waar komt deze omslag vandaan?’ Meneer M. geeft aan dat hij de laatste week geen vooruitgang meer boekt. Ik kijk hem aan en zeg: ‘Revalidatie kunt u vergelijken met afvallen. Het is misschien een rare vergelijking, maar met afvallen zijn er ook periodes dat je even niets afvalt. Met revalideren is dit precies hetzelfde. Zo zijn er soms periodes dat je even niet verder komt tijdens het revalidatieproces’. Meneer M. geeft aan dit wel geruststellend te vinden en besluit om vandaag nog één keer naar de therapie te gaan.
Make-over aan de wastafel
Na mijn medicijnronde ga ik samen met een collega Mevrouw B. helpen. Ik ken haar al langer. Toch stel ik me opnieuw aan haar voor. Mevrouw schenkt me een grote glimlach en probeert zelfs mijn naam te zeggen. Dit vind ik een heel mooi moment. Samen met mijn collega verzorgen we Mevrouw B. en zetten haar in haar rolstoel. Ik wist nog van haar vorige opname dat ze erg van opmaken houdt. Daarom maak ik haar op aan de wastafel. De ogen van mevrouw beginnen te stralen en er breekt opnieuw een glimlach door op haar gezicht. Aan het einde van de zorg weet Mevrouw B. het woord ‘bedankt’ uit te brengen. Het gaat nog moeizaam, maar mevrouw heeft het gezegd! Ik vertel haar hoe knap ik het vind dat ze weer een beetje kan praten. Ook geef ik aan dat het niet erg is als niet alle woorden helemaal kloppen of verstaanbaar zijn. Samen oefenen we nog een paar woordjes. We stappen op het moment dat ik zie dat ze moe wordt.
Samen oefenen en angst overwinnen
Rond 11:00 uur ga ik naar de huiskamer. Daar tref ik Mevrouw X. Ze heeft net van de fysio te horen gekregen dat ze met een rollator mag lopen onder begeleiding van een zorgmedewerker. Mevrouw X. vertelt dat ze dit erg eng vindt, maar ze wil het wel proberen. Ik bied aan om samen met haar te oefenen en dat ik haar bij haar arm vast kan houden als ze zich dan veiliger voelt. Mevrouw X vindt dit een fijn idee. Samen lopen we een rondje op de afdeling. Als mevrouw weer op haar stoel in de huiskamer zit geeft ze aan dat ze het toch als prettig heeft ervaren. Ze is een drempel overgestapt en heeft het toch maar gedaan. Ik bevestig haar nog een extra keer: ‘U weet nu dat het echt goed ging en u hoeft nu niet meer bang te zijn’.
Het vieren van mijlpalen
Aan het einde van mijn dienst ga ik toch nog even langs bij Meneer M. van kamer 13. Hij vertelt dat de therapie heel goed is gegaan en dat hij zijn been nu op een stoel kan leggen. Meneer M. heeft besloten om te blijven revalideren en is weer gemotiveerd. Dit vind ik mooi om te horen. Dat ik als verpleegkundige cliënten kan blijven motiveren door met hen in gesprek te blijven.
Ik breng ook nog even een bezoek aan Mevrouw B. en oefen nog een paar woordjes met haar. Als ik aangeef dat mijn dienst erop zit en dat ik er morgen weer ben zegt ze: ‘bedankt Angelica’. Voor zo’n moment doe ik het. Als zorgmedewerker wil je mensen echt helpen bij hun revalidatie.
Angelica Kwint
Leerling verpleegkundige bij het Zonnehuis van QuaRijn